donderdag 25 maart 2010

De voedingsconsumptie in België 2009

67% van alle consumptiemomenten bij Belgen tussen 15 en 65 jaar in 2009 vonden thuis plaats. In 2007 was dit 65%. We zijn dus in vergelijking met 2007 opnieuw iets meer thuis gaan consumeren, waarschijnlijk als gevolg van de crisis.Als we niet thuis consumeren, dan doen we dit in de eerste plaats op het werk of op school, goed voor een aandeel van 14% van alle consumptiemomenten. Andere belangrijke consumptieplaatsen zijn familie en vrienden en horeca (restaurants, cafés, frituren,…), goed voor respectievelijk 7 en 6% van de consumptiemomenten.De Belg blijft het liefst zelf zijn potje koken. 74% van de warme maaltijden worden thuis bereid. De Belg blijft traditioneel bij een maaltijd van vlees, groenten en aardappelen. Vis en vleesvervangers zijn minder populair: 59% van de Belgen eten nl. vlees op een gemiddelde dag, tegenover 12% verse vis en 1% vleesvervangers.51% van de Belgen eten aardappelen op een gemiddelde dag en 87% eet brood. Voor groenten en fruit bedraagt dit percentage respectievelijk 62 en 35%.
Dit zijn enkele bevindingen van InSites Consulting. Dit onderzoeksbureau volgde het verbruik van de Belgen gedurende heel 2009 in opdracht van VLAM. Hiervoor werden dagelijks 17 Belgen tussen 15 en 65 online bevraagd over hun voedselconsumptie de dag voordien.

Onderzoeksmethode
Gedurende 2009 hebben we elke dag 17 Belgen tussen 15 en 65 jaar online bevraagd over hun voedingsconsumptie de dag voordien. Zo kwamen we in 2009 in totaal uit op 6.264 personen die deelnamen aan het onderzoek. Tijdens het onderzoek werden de respondenten op basis van tijdsblokken doorheen de voorbije dag geloodst. Bij elk tijdsblok peilden we naar de plaats van consumptie, de geconsumeerde producten en, indien relevant, naar de aankoopplaats. Op deze wijze verzamelden we in 2009 informatie over maar liefst 27.738 momenten waarop er iets gegeten of gedronken werd. In 2007 voerden we een vergelijkbaar onderzoek zodat kortetermijnevoluties duidelijk worden. In 2007 kwamen we in totaal uit op 6.550 ondervraagde Belgen tussen 15 en 65 jaar en 32.276 effectieve consumptiemomenten. Door de crisis consumeren we iets vaker thuis. We eten of drinken bijna met zijn allen uiteraard minstens 1 keer per dag thuis. Over de jaren heen zijn we meer elders gaan consumeren en dit o.a. door de gestegen mobiliteit, door de grotere welvaart, door de hectische samenleving of omdat we ervan genieten. De school of het werk is, na thuis, de belangrijkste consumptieplaats. 30% van alle ondervraagden hebben de dag voordien (week- en weekenddagen samen) daar iets gegeten of gedronken. Dit is wel een daling in vergelijking met 2007 toen nog 37% van de ondervraagden op een gemiddelde dag iets op het werk of op school gegeten of gedronken hadden. Deze daling is waarschijnlijk voor een groot deel te wijten aan de grotere (tijdelijke) werkloosheid en aan de stijging van het deeltijds werken, thuiswerken, …. Bij 28% van de consumpties op het werk of op school werd er ook op het werk of de school gekocht, de andere consumpties werden dus elders gekocht (bv. van thuis meegebracht). Deze verhouding is gelijk gebleven ten opzichte van 2007.19% van de ondervraagden aten of dronken de dag voordien bij familie of vrienden. Specifiek in het weekend loopt dit percentage op tot 26%. Een consumptie bij familie of vrienden is iets populairder geworden in 2009 in vergelijking met 2007.Op een gemiddelde dag in 2009 aten of dronken 21% van de Belgen iets op restaurant, snackbar, café, frituur, … In 2007 was dit nog 23%. Het onderzoek bevestigt dus de berichten dat de Belg door de crisis minder op restaurant gaat. Ook bij het restaurantbezoek ligt het percentage hoger in het weekend (28% in 2007 en 26% in 2009). De restaurantbezoeker is eerder mannelijk, alleenstaand zonder kinderen, met een hoger inkomen, Vlaming en wonend in een grote agglomeratie.Een ander fenomeen in de huidige, hectische samenleving is de consumptie on-the-go. Uit ons onderzoek blijkt dat 10% de dag voordien iets onderweg gegeten of gedronken heeft. Dit is evenveel als in 2007. Het gaat hierbij in de eerste plaats om 15 tot 34-jarigen en eerder om mannen dan om vrouwen. Meest typische on-the-go-producten zijn snoep en koekjes, koffiekoeken, brood(jes), fruit en droog gebak.67% van de consumpties in 2009 vonden thuis plaats. In 2007 waren dat 65% van de consumpties. Net als de bovenstaande grafiek tonen deze percentages aan dat de Belg in vergelijking met 2007 (voor de crisis) nu opnieuw wat meer thuis is gaan consumeren of bij familie en vrienden en minder op andere plaatsen. Belg kookt nog voornamelijk zijn eigen potje. Op een gemiddelde dag in 2009 aten 90% van de Belgen tussen 15 en 65 jaar minstens één keer een warme maaltijd. Dit is bijna evenveel als in 2007, toen 91% een warme maaltijd at. Net als in 2007 zijn 74% van de geconsumeerde warme maaltijden thuisbereid en 26% dus niet-thuisbereid. Er is duidelijk nog steeds een groot overwicht van thuisbereide maaltijden. Vooral de gezinnen met kinderen koken voornamelijk zelf. De alleenstaanden zonder kinderen staan het minst achter het fornuis. De warme thuisbereide maaltijden worden eerder ’s avonds tussen 17 en 20 u gegeten dan ’s middags tussen 12 en 14 u en eerder op maandag tot donderdag, dan op vrijdag of in het weekend. Een warme thuisbereide maaltijd bestaat in de eerste plaats uit vers vlees (bij 74% van de warme thuisbereide maaltijden), groenten (bij 73%) en aardappelen of aardappelproducten (bij 62%).

Foodservices goed voor 17,5% van het totaal
82,5% van de consumptiemomenten behoren tot het traditionele retailkanaal (thuisverbruik), dus consumpties aangekocht in supermarkten, bakkers, slagers e.d. Het buitenshuisverbruik (consumpties aangekocht in restaurants, cafés, hotels, op het werk, …) is goed voor 12% van de consumptiemomenten en de afhaalmaaltijden voor 5,5%. In aandeel uitgedrukt zijn retail en foodservices (in momenten en niet in bestedingen) goed voor respectievelijk 82,5% en 17,5%. In 2007 was dit 82,2% versus 17,8%. De retailmarkt en de markt van de afhaalmaaltijden wonnen tussen 2007 en 2009 marktaandeel ten koste van de buitenshuismarkt. Opgelet, bij deze opdeling telt dus het aankoopkanaal en niet de consumptieplaats, ondanks de misschien verwarrende term “thuisverbruik”. Brood, vlees, groenten, aardappelen en zuivel zijn de toppers op het bord.
Op een gemiddelde dag aten 87% van de Belgen tussen 15 en 65 jaar brood (inclusief sandwiches, broodjes en stokbrood). Daarmee is het veruit de meest vermelde productgroep en scoort het aanzienlijk hoger dan ontbijtgranen, dat bij 15% van de Belgen de dag voordien op de menu stond. Koffiekoeken en taart en gebak werden door respectievelijk 11% en 8% van de ondervraagden genoemd. De Belgen blijven in de eerste plaats vleeseters. 59% van de respondenten aten de vorige dag vers vlees, terwijl 12% verse vis (inclusief schaal- en weekdieren) at en 1% vleesvervangers. Op een gemiddelde dag aten 62% van de Belgen groenten (inclusief groentebereidingen). Groenten zijn daarmee één van de belangrijkste productgroepen op de menu van de Belg, maar anderzijds betekent dit ook dat 38% van de Belgen op een gemiddelde dag geen groenten eten. Voor fruit zijn de cijfers nog meer uitgesproken. Op een gemiddelde dag eten 35% van de Belgen fruit en 65% dus niet. Samengeteld, komen we uit op 28% van de Belgen die op een gemiddelde dag in 2009 geen groenten of fruit gegeten hebben. Tomaten, sla en wortelen zijn de drie meest gegeten groentesoorten, appelen, bananen en sinaasappels de meest gegeten fruitsoorten. Binnen de maaltijdbegeleiders blijven aardappelen en aardappelproducten (inclusief frieten) koploper voor pasta en rijst. Op een gemiddelde dag aten 51% van de Belgen aardappelen of aardappelproducten, tegenover 22% pasta en 9% rijst. Ook zuivel heeft duidelijk een plaats in de Belgische consumptie. 51% van de ondervraagden hebben de dag voordien zuivel gegeten (kaas, boter, yoghurt, …), 17% dronk witte melk en 11% andere zuiveldranken. Zowel sojadrinks als sojavoeding stonden daarentegen bij 3% van de Belgen op de menu. 11% van de Belgen gaven aan de dag voor de bevraging eieren te hebben gegeten.

Bio
29% van de ondervraagden verklaarden dat minstens 1 van de die dag door hen geconsumeerde producten een biologisch product was. Dit is een lichte stijging in vergelijking met 2007, toen de dagpenetratie van bio 27% bedroeg. De meest geconsumeerde geconsumeerde bioproducten zijn brood, koffie, fruit, groenten, zuivel en aardappelen.

Tussendoor
Naast de gewone maaltijden nemen we ook regelmatig een tussendoortje. 59% Verklaarde de dag voor het onderzoek een tussendoortje gegeten te hebben. De topmomenten voor een tussendoortje zijn tussen 14 en 17 u en tussen 20 en 24 u. De meest genoemde tussendoortjes zijn fruit, zuivelproducten, snoep en chips, koekjes en choco(lade). Het belang van fruit en groenten mag echter ook niet overschat worden. Slechts 11% van de Belgen neemt een stuk groente of een stuk fruit als tienuurtje, slechts 10 % als vieruurtje en als laatavondsnack.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten